Vorige week hebben we een gesprek gehad over of je naar een nieuwe school toe mag. Daar waren veel mensen bij aanwezig. Mensen die jou wel kennen en mensen die jou niet kennen. Vreemd genoeg zijn het de mensen die jou niet kennen die deze beslissing gaan nemen. Soms zijn grote mensen moeilijk te begrijpen.
De mensen die jou wel kennen vertelden verhalen over jou die niet zo leuk zijn. Hoe lastig ze jou vinden op school en na school. Dat je begint te huilen als er iets gebeurt dat jij niet had verwacht, dat je snel bent afgeleid, dat alles bij jou altijd op dezelfde manier moet. Ze zeggen dat jij dwars ligt en niet hetzelfde bent als andere kinderen. Dat is moeilijk voor school. Want er zijn veel kinderen en de juf kan niet alleen maar aandacht aan jou geven. De mensen vertelden hoe jij niet wil eten, niet wil slapen en niet alleen in een kamer durft te zijn.
Ik heb ze verteld over de kerstvakantie. Hoe jij geduldig op de stoel zat te wachten tot je een cadeautje kreeg. Hoe je zonder te klagen mee at met de grote mensen. Hoe je het aanrecht schoonmaakte en de vaatwasser uitpakte omdat we de taakjeslijst hadden ingevoerd. Hoe je aansluiting vond bij je zus en jullie dagen achter elkaar lief samen speelden. Over hoe gezellig we het hadden en hoe leergierig en geïnteresseerd je dan bent. Hoe je bijna iedere nacht het klokje rond sliep en alle dagen je bordje leeg at.
Ik vertelde hoe je de week daarna bij mij kwam. Een week naar school geweest. Je was moe, trilde helemaal en je had je weer helemaal ingegraven in je eigen wereld. Jouw kleine wereldje, waar we jou in de vakantie net hadden weten uit te halen. Want in de vakantie was je bereikbaar en alleen als je bereikbaar bent kunnen we jou helpen. Helpen om zelfstandig te worden. Helpen om zelfvertrouwen te krijgen. Helpen om de basis te leggen zodat je snel je eigen keuzes leert maken. Net zoals we je zus hebben geholpen. Die is op de goede weg. Zo willen we jou ook kunnen helpen, Sander.
De mensen van het overleg waren onder de indruk. Zij willen, net als ik, dat jij bereikbaar bent. Daarom gaan ze haast maken. Want je lijkt steeds banger te worden en daardoor steeds vijandiger naar de buitenwereld te reageren. Op een andere school kom je in een klas met veel minder kinderen. Weet je nog dat het zwemmen pas lukte toen je eenmaal in een groep met weinig kinderen zat en dat je toen snel je diploma’s haalde? Wij denken dat je veel minder moe wordt op de nieuwe school. Dat je veel meer energie over houdt voor thuis. Om te eten, om te spelen, om je blij te voelen. Zodat je nieuwsgierige en hulpvaardige ik de kans krijgt om zich te ontplooien. Zodat je een grote jongen gaat worden, net als je vriendjes.
We hopen dat je al naar je nieuwe school kan zodra je voor een tijdje ergens anders gaat wonen. Het worden een paar grote veranderingen, maar voor jou is dit het allerbeste. Terwijl jij ergens anders woont gaan papa en mama een PRT cursus doen. Ik weet nu nog niet wat het is, maar de mensen die er verstand van hebben zeggen dat wij jou daarna veel beter kunnen helpen. Dat zou fijn zijn, Sander. Als we de hulp van anderen niet meer nodig hebben en jij dat jongetje weer bent die ik zo goed ken. Een beetje ondeugend, maar ook vrolijk, vriendelijk, nieuwsgierig en behulpzaam.
Lieve Sander, aan jou gaat dit nu allemaal voorbij. Want je hebt je ingegraven in je eigen wereld. Dat begrijp ik heel erg goed. Maar het kan beter en makkelijker. Daar ben ik van overtuigd. Dat verdien jij. Jij verdient net als iedereen een goede start van het leven. Daar gaan wij voor proberen te zorgen. Zodat op het moment dat je dit leest jij bij jezelf denkt: Ik ben Sander en ik voel me goed!
Eerdere brieven aan Sander: