Improviseren (Laatjes, deel II)

Regelmatig kijk ik bewonderend toe hoe mensen geheel onvoorbereid een winkel kunnen binnenlopen, aan een vergadering kunnen deelnemen of met andere onverwachte situaties kunnen omgaan. Bij het idee alleen al raak ik compleet in paniek. Kan ik dan helemaal niet improviseren? Ja en Nee. Moet ik dan echt alles voorbereiden? Ja en Nee.

In een eerder blog vertelde ik over de laatjes in mijn hoofd. Dat werkt ongeveer zo: iemand stelt mij een vraag, bijvoorbeeld ‘Wat wil je vanavond eten?’. Dan zijn er twee mogelijke opties. Als ik deze vraag heb voorbereid, dan staat het juiste laatje klaar met de juiste inhoud. Ik geef snel antwoord: “boerenkool”. De andere mogelijkheid is dat ik de vraag niet had voorbereid. Dan zoek ik in mijn hoofd het juiste laatje op en voer de instructies uit die ik daar vind. In dit geval: “Wie stelt de vraag? Marie. Die lust geen vis of rijst, dus dat moet ik niet noemen. En het is donderdag, dus dan moet het snel klaar zijn want dan heeft ze vroeg verplichtingen”. Mijn antwoord is nu geen boerenkool, maar “pizza”.

Als ik moe ben of ik heb een vol hoofd, dan is het zoeken naar het juiste laatje moeilijk. De kans is groot dat ik het niet vind en in paniek raak. Ik sla dicht en kan niets met je vraag. Het zoeken naar het juiste laatje gaat erg snel als ik fit ben, maar dan heb ik niet de gelegenheid om erover na te denken. In bovenstaand voorbeeld zeg ik “pizza”, terwijl ik eigenlijk “boerenkool” wilde. Dit werkt zo bij alle gebeurtenissen in mijn leven. Het kan altijd drie kanten op:

  1. Ik heb het voorbereid. Het juiste laatje staat klaar en ik kan zonder na te denken uitvoeren wat er in het laatje zit op een manier waar ik zelf achter sta.
  2. Ik heb het niet voorbereid en ik ben fit. Ik vind het juiste laatje snel en voer precies uit wat er in zit, zonder dat ik precies weet wat de gevolgen gaan zijn en of ik er zelf blij van word.
  3. Ik heb het niet voorbereid en ik ben niet fit. Dan loop ik vast.

Het is een star proces. De inhoud van het laatje “Hoe zal ik je haar knippen?” blijft leiden tot hetzelfde antwoord, totdat iemand mij erop wijst dat mijn kapsel aan modernisering toe is. Hetzelfde geldt voor kleding en alles wat je je maar kunt bedenken. Het kost mij vaak erg veel moeite om een laatje goed gevuld te krijgen. Als wat er in zit eenmaal goed werkt, dan blijf ik het zo doen. Mijn hoofd is nou eenmaal altijd druk bezig met het verwerken van informatie (prikkels) of met het voorbereiden van volgende dagen. Ik heb niet de luxe om ook nog na te denken over “gisteren lukte het me om de was te vouwen, laat ik het vandaag eens op een andere manier doen”.

Toch sta ik absoluut open om dingen beter te doen. Als iemand tegen mij zegt dat het beter is om mijn meubels anders neer te zetten, mijn trap te bekleden, mijn boterhammen anders te ontdooien, andere kleding te dragen of de vaatwasser anders in te ruimen, dan doe ik dat zonder aarzeling. Daarom is het belangrijk voor mij dat mensen eerlijk en direct naar mij zijn. Helaas proberen veel mensen in de maatschappij ‘beleefd’ te zijn en hints te geven. Dat werkt niet. Ze vragen dan bijvoorbeeld: “heb je die broek zelf gekocht?’, terwijl ze bedoelen ‘die broek staat je niet’. Het gebeurt regelmatig dat mensen tegen mij zeggen ‘hehe, eindelijk! Dat had ik je al vijf keer gezegd’ en dat ik denk ‘ehm, nee, dat heb je nog nooit gezegd’.

Terug naar het vinden van het juiste laatje. Voorbereiding is dus belangrijk, want alleen dan weet ik zeker dat ik het juiste doe en waar ik me op kan focussen. Stel dat ik boerenkool ga kopen. Ik bereid dan voor wat ik in iedere situatie moet doen, zodat ik geen enkele keer hoef na te denken. Mijn hoofd kan zich volledig richten op het uitfilteren van alle prikkels en ik loop rechtstreeks naar de boerenkool en pak het. Bij een goede voorbereiding hoort dat ik ook een plan B en plan C heb. Dus stel dat er geen boerenkool is, dan schakel ik over naar de zuurkool. Zou ik het niet hebben voorbereid, dan zou ik hoogstwaarschijnlijk zonder iets terug naar huis zijn gegaan. Mijn hoofd zou dan namelijk moeten nadenken over eten en stoppen met het uitfilteren van prikkels, met overprikkeling tot gevolg.

Een goede voorbereiding is zelfs nog belangrijker als ik met iemand een gesprek heb. Als ik tijdens een gesprek moet zoeken naar het juiste laatje dan heb je een hele grote kans dat ik stukken tekst mis. Een gesprek voeren is daarom moeilijk. Ik moet naar de woorden luisteren, hier een verband tussen vinden, naar het juiste laatje zoeken en ook nog alle non verbale communicatie proberen te onderscheiden van prikkels die er niet bij horen. Sommige mensen praten met veel emotie of armgebaren. Dat leidt mij erg af van de woorden. Andere mensen springen van de hak op de tak, waardoor ik steeds naar andere laatjes moet zoeken. Als mensen dan ook nog door elkaar gaan praten en de tl balk knippert, dan wordt het niets meer.

Als ik goed ben voorbereid, dan weet ik waar ik me op moet richten. Dat maakt het focussen op de juiste woorden en prikkels veel gemakkelijker en ik hoef niet naar laatjes te zoeken. Ik ben dan een snel schakelende gesprekspartner die het zelfs lukt om je af en toe in de ogen te kijken. In het leven gebeuren echter veel onverwachte dingen. Het helpt mij in deze situaties altijd als iemand mij even een situatieschets geeft. Zoals ‘We zijn hier om wasmiddel en poetsdoekjes te kopen, die liggen in gang 3 en 5’ of ‘ik vertel je een verhaal over wat mijn baas vandaag tegen mij zei en dan moet jij aan het einde zeggen of ik goed gehandeld heb’. Het klinkt kinderachtig, maar dat is voor mij het verschil tussen afhaken of goed mee kunnen doen.

Maar Michel, dan kun je toch helemaal niet improviseren? Jawel, ik ben er zelfs goed in. Als mij de doelstelling en kaders duidelijk zijn, dan vind ik vrijwel altijd oplossingen die anderen niet zien. Is dit ook autisme? Ik denk het wel. Die laatjes heb ik namelijk uit zelfbescherming. Omdat er altijd regeltjes, kaders en verwachtingen zijn die ik niet ‘aanvoel’. Als ik niet naar laatjes hoef te zoeken, dan bestaan er voor mij vrijwel geen beperkingen en is alles mogelijk. Dat maakt dat mensen vaak bij mij komen als ze zelf geen oplossing meer kunnen vinden. Er zijn niet veel dingen bij mezelf waar ik trots op ben. Maar ik ben wel trots op hoe gemakkelijk ik oplossingen aandraag voor moeilijke problemen. En dat zou ik zomaar aan mijn autisme te danken kunnen hebben!


Meer over laatjes:

Deel deze pagina